Overzicht

Structuur van het netwerk

Het netwerk

Het netwerk van de sociale zekerheid neemt functioneel de vorm aan van een ster waarbij de Kruispuntbank het gegevensverkeer regelt.

schema van het netwerk van de sociale zekerheid

 

Het primaire netwerk, de secundaire netwerken en de uitbreiding van het netwerk

Het netwerk van de sociale zekerheid bestaat uit twee niveaus.

Het primaire netwerk

Het eerste niveau, het primaire netwerk, omvat alle instanties die rechtstreeks met de Kruispuntbank zijn verbonden. Het betreft hoofdzakelijk de openbare instellingen van sociale zekerheid, waarvan de meeste onder de voogdij van de Minister van Sociale Zaken of van de Minister van Werk staan, en enkele federale overheidsdiensten.

De instellingen die deel uitmaken van het primaire netwerk:

  • FEDRIS : het Federaal agentschap voor beroepsrisico’s dat de vaststelling van de rechten en de betaling van de uitkeringen door de arbeidsongevallenverzekeraars beheert, controleert en coördineert en dat de rechten inzake beroepsziekten opent en de uitkeringen betaalt 
  • de FOD SZ: de federale overheidsdienst Sociale Zekerheid, die ten behoeve van de personen met een handicap de rechten vaststelt en de uitkeringen betaalt en een specifieke inspectieopdracht heeft (Sociale Inspectie)
  • de FOD WASO: de federale overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, die bevoegd is voor de collectieve arbeidsovereenkomsten en een specifieke inspectieopdracht heeft (Toezicht op de Sociale Wetten / Toezicht op het Welzijn op het Werk)
  • de FPD: de Federale Pensioendienst, die instaat voor de berekening van de pensioenen van de werknemers en de ambtenaren en voor de betaling van de pensioenen van de werknemers, de ambtenaren en de zelfstandigen
  • het NIC: het Nationaal Intermutualistisch College, dat het secundair netwerk van de ziekenfondsen beheert en coördineert
  • het ORINT: het Interregionaal orgaan voor kinderbijslag
  • de POD MI: de programmatorische overheidsdienst Maatschappelijke Integratie, die het secundair netwerk van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn beheert en coördineert
  • het RIZIV: het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, dat de vaststelling van de rechten en de terugbetalingen inzake geneeskundige verzorging en ziekteuitkeringen controleert (de ziekenfondsen zijn belast met de uitvoering ervan)
  • de RJV: de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie, die de uitbetaling van het jaarlijkse vakantiegeld aan de arbeiders beheert, controleert en coördineert (de vakantiefondsen betalen de arbeiders uit)
  • het RSVZ: het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen, dat de inning van de socialezekerheidsbijdragen, de toekenning van de kinderbijslagen en de vaststelling van de pensioenrechten voor zelfstandigen beheert en coördineert (de socialeverzekeringskassen nemen de uitvoering ervan voor hun rekening)
  • de RSZ: de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid
  • de RVA: de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening die de rechten inzake werkloosheidsuitkeringen bepaalt en de betaling van de werkloosheidsuitkeringen door de uitbetalingskassen voor werkloosheidsuitkeringen controleert en coördineert
  • de VSI: de Vereniging van Sectorale Instellingen

De secundaire netwerken

Het beheer van sommige sectoren van de sociale zekerheid wordt gezamenlijk waargenomen door een openbare instelling van sociale zekerheid en private instanties, de “meewerkende instellingen van sociale zekerheid”. De bevoegdheden van die sectoren worden vaak als volgt geregeld: de openbare instelling van sociale zekerheid is belast met de controle en soms ook met de vaststelling van de rechten en de meewerkende instellingen van sociale zekerheid zijn belast met de uitbetaling van de uitkeringen. Binnen elk van die sectoren vormen de openbare instelling van sociale zekerheid en de meewerkende instellingen van sociale zekerheid samen een secundair netwerk, dat wordt beheerd door de openbare instelling van sociale zekerheid, die dus behoort tot zowel het primair netwerk (als instantie die rechtstreeks verbonden is met de Kruispuntbank) als het secundair netwerk van de sector (als beheersinstelling).

De verschillende secundaire netwerken zijn:

  • het netwerk van de sociale verzekeringsfondsen voor zelfstandigen
  • het netwerk van de uitbetalingsinstellingen voor werkloosheidsuitkeringen
  • het netwerk van de kinderbijslagfondsen
  • het netwerk van de vakantiefondsen
  • het netwerk van de verzekeringsinstellingen/ziekenfondsen
  • het netwerk van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn
  • het netwerk van de arbeidsongevallenverzekeraars
  • het netwerk van de fondsen voor bestaanszekerheid

Hun taken:

In de betrokken socialezekerheidssectoren vervullen de primaire openbare instellingen van sociale zekerheid ten opzichte van het netwerk van de Kruispuntbank de rol van beheersinstelling van het secundair netwerk van de sector.
Artikel 6 van het koninklijk besluit van 4 februari 1997 tot organisatie van de mededeling van sociale gegevens van persoonlijke aard tussen instellingen van sociale zekerheid definieert de taken die iedere beheersinstelling van een secundair netwerk moet vervullen:

  • het leiden en organiseren van de gegevensuitwisselingen binnen het secundair netwerk, namelijk de gegevensuitwisselingen met de meewerkende instellingen van sociale zekerheid en tussen deze laatsten onderling (deze verlopen immers niet via de Kruispuntbank),
  • het leiden en organiseren van de gegevensuitwisselingen tussen de instellingen van sociale zekerheid van het secundair netwerk en het netwerk van de Kruispuntbank,
  • het verzekeren van de anonimiteit van het lidmaatschap van een vakbond of een ziekenfonds bij de gegevensuitwisselingen via de Kruispuntbank, tenzij de bestemmeling dat lidmaatschap moet kennen voor de vervulling van zijn taken,
  • het beheren van verwijzingen naar de personen over wie de instellingen van sociale zekerheid van het secundair netwerk gegevens ter beschikking stellen of opvragen,
  • het zorgen voor een correct verloop van de toegang tot de gegevens, overeenkomstig de toelatingen die personen hebben uit hoofde van hun taak of voor de behoeften van de dienst.

De taak van de beheersinstelling beperkt zich dus zeker niet tot het anonimiseren van de vragen afkomstig van de meewerkende instellingen van sociale zekerheid maar heeft bovendien betrekking op de diverse aspecten van het netwerkbeheer binnen de sector, zoals routering, toegangscontrole op diverse niveaus (instelling, toepassing, gebruiker, type van vraag, type van informatie,...), bijhouden van loggings,... Het is evenwel duidelijk dat de beheersinstelling geen resultaatverbintenis dient aan te gaan met betrekking tot het rechtmatig gebruik van het secundair netwerk en de uitgewisselde gegevens door de meewerkende instellingen van sociale zekerheid. De beheersinstelling dient wel een verwijzingsrepertorium bij te houden dat aangeeft over welke personen de meewerkende instellingen van sociale zekerheid gegevens mogen opvragen voor welke tijdsperiodes, maar de verantwoordelijkheid voor de inschrijvingen die in het repertorium worden verricht door de meewerkende instellingen van sociale zekerheid berust in de eerste plaats bij deze laatsten zelf.

De uitbreiding van het netwerk

Het netwerk van de Kruispuntbank bestaat in de eerste plaats uit de Belgische instellingen van sociale zekerheid. Het kan evenwel bij koninklijk besluit worden uitgebreid tot andere instanties.

Artikel 18 van de Kruispuntbankwet bepaalt dat de Koning, bij een in de Ministerraad overlegd besluit, op voorstel van het Beheerscomité van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid en na advies van de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer, het geheel of een deel van de rechten en plichten vervat in de Kruispuntbankwet en haar uitvoeringsbesluiten kan uitbreiden tot andere personen dan de instellingen van sociale zekerheid.

Een eerste uitvoeringsbesluit werd tot stand gebracht met het koninklijk besluit van 16 januari 2002 tot uitbreiding van het netwerk van de sociale zekerheid tot sommige overheidsdiensten en openbare instellingen van de Gemeenschappen en Gewesten, met toepassing van artikel 18 van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid. Dit besluit voorziet in een reglementair kader voor de (huidige en toekomstige) gegevensuitwisselingen tussen de Kruispuntbank en de instellingen van sociale zekerheid enerzijds en de overheidsdiensten en openbare instellingen van de Gemeenschappen en Gewesten anderzijds.

Krachtens de bepalingen van het koninklijk besluit van 16 januari 2002 kunnen de overheidsdiensten en openbare instellingen van de Gemeenschappen en Gewesten aansluiten op het netwerk van de Kruispuntbank mits drie voorwaarden vervuld zijn.

Vooreerst is de aansluiting enkel toegelaten voor doeleinden die limitatief zijn opgesomd en zich situeren in de sfeer van de sociale beleidsvoering, met name :

  • de sociale vorming, de sociale promotie en de beroepsomscholing en -bijscholing 
  • de arbeidsbemiddeling 
  • de programma's voor wedertewerkstelling van de uitkeringsgerechtigde volledig werklozen of van de daarmee gelijkgestelde personen 
  • de toepassing van de normen betreffende de tewerkstelling van buitenlandse arbeidskrachten 
  • het beleid betreffende de zorgverstrekking in en buiten de verplegingsinrichtingen 
  • de gezondheidsopvoeding en de activiteiten en diensten op het vlak van de preventieve gezondheidszorg 
  • het gezinsbeleid met inbegrip van alle normen van hulp en bijstand aan gezinnen en kinderen 
  • het beleid inzake maatschappelijk welzijn 
  • het beleid inzake mindervaliden met inbegrip van de beroepsopleiding, de omscholing en de herscholing van mindervaliden 
  • het bejaardenbeleid 
  • het jeugdbeleid en de jeugdbescherming met inbegrip van de sociale bescherming en de gerechtelijke bescherming 
  • de sociale huisvesting
  • het onderwijs
  • de permanente opvoeding, de voorschoolse vorming in de peutertuinen en de post- en parascolaire, artistieke, intellectuele, morele en sociale vorming
  • het beleid inzake onthaal en integratie van inwijkelingen
  • de sociale hulpverlening aan gedetineerden met het oog op hun sociale reïntegratie
  • de bescherming van het leefmilieu
  • het afvalstoffenbeleid
  • de waterproductie en watervoorziening
  • de distributie en het plaatselijk vervoer van elektriciteit
  • de openbare gasdistributie
  • het gemeenschappelijk stads- en streekvervoer
  • het ondersteunen en begeleiden van overheidsdiensten en openbare instellingen met rechtspersoonlijkheid bij het verwezenlijken van projecten inzake administratieve vereenvoudiging, e-government en informatie- en communicatietechnologie
  • de gezinsbijslagen

Daarenboven dient de overheidsdienst of de openbare instelling gemachtigd te zijn om de gegevens uit het Rijksregister te raadplegen en om het rijksregisternummer te gebruiken. Het koninklijk besluit doet immers geen afbreuk aan de bepalingen van de wet van 8 augustus tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.

Ten slotte dienen de geïnteresseerde overheidsdiensten en openbare instellingen een verzoek tot aansluiting in te dienen bij het Beheerscomité van de Kruispuntbank, dat een beslissing neemt na beraadslaging van het Informatieveiligheidscomité.

Het Beheerscomité heeft inmiddels de volgende overheidsdiensten, openbare instellingen en meewerkende instellingen van privaatrecht van de Gemeenschappen en Gewesten in het netwerk van de sociale zekerheid opgenomen (zij het steeds enkel voor het vervullen van welbepaalde opdrachten):

  • de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM)
  • de Waalse huisvestingsmaatschappij (SWL)
  • de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW)
  • het agentschap Wonen in Vlaanderen
  • het Vlaams Woningfonds
  • de VDAB (Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding)
  • de FOREM (Waalse dienst voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding)
  • Actiris (Brusselse gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling)
  • het agentschap Vlaamse Sociale Bescherming (vroeger het Vlaams Zorgfonds)
  • het Vlaams agentschap Jongerenwelzijn (nu opgenomen in het Vlaams agentschap Opgroeien)
  • het Vlaams agentschap Zorg en Gezondheid (nu opgenomen in het departement Zorg)
  • het Vlaams departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (nu opgenomen in het departement Zorg)
  • de afdeling Studietoelagen van het Vlaams agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen
  • het team “medisch verantwoord sporten” van het Vlaams departement Cultuur, Jeugd en Media
  • het Vlaams departement Cultuur, Jeugd en Media
  • Bruxelles Formation (Franstalige openbare dienst voor beroepsopleiding in Brussel)
  • de (openbare en private) organisaties bevoegd voor de toekenning van de gezinsbijslag
  • het AVIQ (Waals Agentschap voor Levenskwaliteit)
  • Iriscare (de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand aan Personen en Gezinsbijslag)
  • de DSL (Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven)
  • de OAW (Waalse verzekeringsinstellingen)
  • het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap
  • het Vlaams agentschap Opgroeien
  • de Directie Economische Migratie en de Directie Regionale arbeidsinspectie van Brussel Economie en Werkgelegenheid van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel
  • de Directie Tewerkstelling en Arbeidsvergunningen van de Waalse overheidsdienst Economie, Werk en Onderzoek
  • het Vlaams departement Werk en Sociale Economie

De Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid wenste de eventuele samenwerking met de Gewesten en Gemeenschappen te formaliseren in een document. Haar Beheerscomité heeft daarom zijn goedkeuring gehecht aan een ontwerp van protocolakkoord tussen de Gemeenschappen en Gewesten en de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. Het behelst een aantal concrete verbintenissen die kaderen in de doelstellingen van het Samenwerkingsakkoord betreffende de bouw en exploitatie van een gemeenschappelijk e-platform (gesloten tussen de federale Staat en de diverse gemeenschappen, gewesten en gemeenschapscommissies) en werd al ondertekend door de Vlaamse Gemeenschap en door het Waals gewest.

De openbare centra voor maatschappelijk welzijn kunnen worden beschouwd als instellingen van sociale zekerheid vermits ze belast zijn met de toepassing van de sociale zekerheid, meer bepaald de reglementering met betrekking tot het recht op maatschappelijke integratie. Als dusdanig maken ze deel uit van het netwerk van de sociale zekerheid. De openbare centra voor maatschappelijk welzijn hebben echter ook nog een andere opdracht, met name de toepassing van de reglementering met betrekking tot het recht op maatschappelijke dienstverlening. Hoewel die laatste opdracht niet beschouwd kan worden als de toepassing van de sociale zekerheid en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn bijgevolg in dat kader niet als instellingen van sociale zekerheid kunnen worden beschouwd, leek het niettemin aangewezen dat ze ook voor het vervullen van deze opdracht een beroep kunnen doen op de diensten van de Kruispuntbank. Het reglementair kader daartoe werd voorzien bij het koninklijk besluit van 4 maart 2005.

Een derde uitvoeringsbesluit werd tot stand gebracht met het koninklijk besluit van 15 oktober 2004 tot uitbreiding van het netwerk van de sociale zekerheid tot de pensioen- en solidariteitsinstellingen belast met het uitvoeren van de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, met toepassing van artikel 18 van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid.

Basisprincipes binnen het netwerk

De inzameling van gegevens

Indien een instelling van sociale zekerheid gegevens over een bepaalde persoon nodig heeft en nog niet bezit of de juistheid van gegevens wil nagaan, dient ze zich, eventueel via de instelling van sociale zekerheid die het specifieke repertorium van de sector bijhoudt, eerst tot de Kruispuntbank te wenden (artikel 11 Kruispuntbankwet)..Uiteraard geldt deze verplichting niet als de betrokken instelling van sociale zekerheid volgens de hierna beschreven functionele bevoegdheidsverdeling inzake gegevensopslag zelf met het bijhouden van de nodige gegevens is belast (artikel 12 Kruispuntbankwet). De voorafgaande raadpleging van de Kruispuntbank is logischerwijze evenmin verplicht wanneer zij weet dat de nodige gegevens beschikbaar zijn in een andere instelling van sociale zekerheid waarmee ze rechtstreeks, zonder de tussenkomst van de Kruispuntbank, gegevens mag uitwisselen (volgens een koninklijk besluit in uitvoering van artikel 14, eerste lid, 5°, van de Kruispuntbankwet).

Wanneer haar om een gegeven wordt gevraagd, voert de Kruispuntbank eerst een controle uit op de rechtmatigheid van de vraag, aan de hand van de inventaris van de toegelaten gegevensstromen, die zij opstelt en bijhoudt in de toegangsmachtigingstabel van het verwijzingsrepertorium.

Indien het gevraagde gegeven mag worden verstrekt, wordt via een raadpleging van de beschikbaarheidstabel van het verwijzingsrepertorium nagegaan of het reeds in het netwerk beschikbaar is en waar het desgevallend kan worden opgevraagd. Indien het gegeven in het netwerk aanwezig is, haalt de Kruispuntbank het automatisch op bij de betrokken instelling van sociale zekerheid, die verplicht is het elektronisch ter beschikking te stellen (artikel 10 Kruispuntbankwet), en maakt het over aan de vragende instantie. Slechts indien het gegeven niet in het netwerk voorhanden is, is de belanghebbende instantie gemachtigd om de sociaal verzekerde of andere personen die het gegeven zouden kunnen verstrekken (zoals de werkgever) te ondervragen. Ter actualisering van het verwijzingsrepertorium deelt die instantie dan wel het resultaat van de ondervraging aan de Kruispuntbank mee, eventueel via de instelling van sociale zekerheid die het specifieke repertorium van de betrokken tak of het betrokken stelsel bijhoudt. De Kruispuntbank zal het meegedeelde resultaat dan automatisch doorzenden naar de instelling van sociale zekerheid die met de opslag van de gegevens is belast.
De doelstelling is het bereiken van een eenmalige inzameling van basisgegevens bij de sociaal verzekerden of de personen die over hen informatie dienen te verstrekken, zodat de burgers in belangrijke mate kunnen worden ontlast van tal van administratieve formaliteiten.

De opslag van gegevens

De Kruispuntbank houdt in beginsel geen inhoudelijke gegevens bij, enkel verwijzingen naar gegevens, die zelf op een gedecentraliseerde en gedistribueerde wijze worden bewaard bij de instellingen van sociale zekerheid.

De Kruispuntbank kan, na advies van het Algemeen Coördinatiecomité dat in haar schoot is opgericht, een functionele bevoegdheidsverdeling inzake gegevensopslag tussen de instellingen van sociale zekerheid vastleggen (artikel 9 Kruispuntbankwet). De instantie die aldus met de opslag van een gegeven wordt belast, moet het opslaan en zo nodig up to date houden, rekening houdend met de behoeften van de instellingen van sociale zekerheid. De andere instanties die het gegeven nodig hebben, moeten het dan slechts bewaren zolang dat nodig is voor de uitvoering van hun opdrachten en hoeven zich verder niet te bekommeren om de latere bijwerking.

Aangezien ernaar gestreefd wordt om de meervoudige opslag van gegevens zoveel mogelijk te beperken, worden gegevens die reeds opgenomen zijn in gegevensbanken extern aan de sociale zekerheid en waartoe de instellingen van sociale zekerheid toegang hebben, niet nogmaals in het netwerk bijgehouden. Daarenboven wordt bij de verdeling van de verantwoordelijkheden inzake de opslag van gegevens zoveel mogelijk rekening gehouden met de inhoudelijke taakverdeling tussen de instellingen van sociale zekerheid.

Hoofdlijnen van de functionele verdeling:

  • de identificatiegegevens worden in de eerste plaats bijgehouden in het Rijksregister, dat de basisgegevens afkomstig uit de gemeentelijke bevolkings-, vreemdelingen- en wachtregisters bevat; de identificatiegegevens van de personen die niet in het Rijksregister zijn ingeschreven, worden bijgehouden in een aantal registers van de Kruispuntbank, waarover verder meer;
  • de loon- en arbeidstijdgegevens, die volgens een vast schema ingezameld en gecontroleerd worden door de instellingen van sociale zekerheid belast met de inning van de socialezekerheidsbijdragen, worden ook door hen bijgehouden;
  • een basisoverzicht per persoon van de wettelijke en bovenwettelijke pensioenvoordelen, die worden aangegeven door de pensioenuitbetalende instellingen, wordt bijgehouden in gezamenlijk beheer door het RIZIV en de RVP;
  • voor de andere gegevens zal de opslag worden toevertrouwd aan de instelling die de betrokken informatie in de normale omstandigheden het meest nodig heeft.

De uitwisseling van gegevens

In beginsel moet elke uitwisseling van sociale gegevens van persoonlijke aard waarbij een instelling van sociale zekerheid betrokken is (hetzij als meedelende instantie, hetzij als ontvangende instantie) via de Kruispuntbank verlopen (artikel 14, eerste lid, Kruispuntbankwet). Om de efficiënte werking van de sociale zekerheid echter niet al te zeer in het gedrang te brengen, zijn een aantal uitzonderingen op deze regel voorzien. De verplichte tussenkomst van de Kruispuntbank geldt niet voor de mededeling van sociale gegevens van persoonlijke aard door/aan (artikel 14 Kruispuntbankwet):

  • de personen op wie de gegevens betrekking hebben, hun wettelijke vertegenwoordigers en diegenen die door hen uitdrukkelijk werden gemachtigd om de gegevens te verkrijgen;
  • de personen, andere dan de instellingen van sociale zekerheid, die de betrokken gegevens nodig hebben voor de vervulling van hun verplichtingen inzake sociale zekerheid, hun aangestelden of lasthebbers, of diegenen die door hen uitdrukkelijk werden gemachtigd om de gegevens te verkrijgen; hiermee worden bijvoorbeeld bedoeld de werkgevers die, om aangifte te kunnen doen van de lonen en de arbeidstijden van de door hen tewerkgestelde werknemers, over deze laatsten bepaalde informatie moeten verkrijgen van de betrokken instellingen van sociale zekerheid;
  • de personen aan wie door de voorgaande categorie personen werken in onderaanneming worden toevertrouwd voor de toepassing van de sociale zekerheid; als voorbeeld van deze groep kunnen de erkende sociale secretariaten van werkgevers worden vermeld;
  • de buitenlandse instellingen van sociale zekerheid, voor zover deze mededeling geschiedt in het kader van de internationale overeenkomsten inzake sociale zekerheid; in de mate dat buitenlandse instellingen van sociale zekerheid krachtens gemeenschapsrechtelijke of internationaalrechtelijke bepalingen bij de mededeling van gegevens gelijk moeten worden behandeld met eigen nationale instellingen, dient de gegevensuitwisseling echter wel via de Kruispuntbank te verlopen.

Bovendien kunnen bij koninklijk besluit de gevallen worden bepaald waarin ook aan andere instellingen van sociale zekerheid, hun aangestelden of lasthebbers rechtstreeks gegevens mogen worden overgemaakt door een instelling van sociale zekerheid (artikel 14, eerste lid, 5°, Kruispuntbankwet). Aldus werden volgende gegevensuitwisselingen door artikel 3 van het koninklijk besluit van 4 februari 1997 vrijgesteld van verplichte passage via de Kruispuntbank:

  • gegevensuitwisselingen tussen een instelling van sociale zekerheid en haar onderaannemer,
  • gegevensuitwisselingen tussen instellingen die tot eenzelfde secundair netwerk behoren, wanneer de uitwisseling nodig is om de taken uit te voeren die hen werden toevertrouwd door of krachtens een wettelijke of reglementaire bepaling betreffende de sociale zekerheid; indien de uitwisseling op elektronische wijze verloopt, dient zij echter, behoudens in enkele uitzonderingsgevallen, via de beheersinstelling van het betrokken secundair netwerk te verlopen (artikel 4 van het koninklijk besluit van 4 februari 1997),
  • gegevensuitwisselingen tussen enerzijds het RIZIV en anderzijds het NIC of de ziekenfondsen, wanneer de uitwisseling nodig is om de taken uit te voeren die hen werden toevertrouwd door of krachtens een wettelijke of reglementaire bepaling betreffende de sociale zekerheid; indien de uitwisseling op elektronische wijze verloopt, dient zij echter, behoudens in enkele uitzonderingsgevallen, via het NIC te verlopen (artikel 5 van het koninklijk besluit van 4 februari 1997).

Het initiatief tot de uitwisseling van gegevens via het netwerk kan zowel worden genomen door de instelling die de gegevens nodig heeft, door het opvragen van de gegevens, als door de instelling die over de gegevens beschikt, door het verzenden van bepaalde gegevens. Voor de duurzame algemene gegevens wordt overigens voorzien in de automatische mededeling van gegevenswijzigingen aan de belanghebbende instellingen (de zogenaamde “mutaties”). Zo wordt bijvoorbeeld een adreswijziging van een persoon, die aan de Kruispuntbank wordt meegedeeld door het Rijksregister, door de Kruispuntbank op basis van een raadpleging van het verwijzingsrepertorium verder overgemaakt aan alle instellingen die een dossier over deze persoon bijhouden en geïnteresseerd zijn in deze wijziging.

De communicatie met de instanties buiten de sociale zekerheid

De uitwisseling van sociale gegevens tussen instellingen van sociale zekerheid – en tussen deze instellingen en instanties die zich buiten het netwerk van de sociale zekerheid bevinden – mag dan al een aanzienlijke administratieve vereenvoudiging betekenen voor de sociaal verzekerde en zijn werkgever, een rechtstreekse gegevensuitwisseling tussen enerzijds de sociaal verzekerde of zijn werkgever en anderzijds de instellingen van sociale zekerheid zal altijd nog noodzakelijk blijven. Denken we bijvoorbeeld aan de periodieke aangifte die de werkgever bij de RSZ moet doen of aan de aangifte van een sociaal risico die de sociaal verzekerde of zijn werkgever moet doen bij de betrokken instelling van sociale zekerheid (ziekte, werkloosheid, arbeidsongeval) of ook nog aan het recht van de sociaal verzekerde om de stand van zaken van zijn dossier te kennen.

Rekening houdend met de opkomst van de nieuwe technologieën en het internet, die het aanbieden van front office-diensten vergemakkelijken, heeft de Kruispuntbank ook als voornaamste opdracht de elektronische en interactieve toegang van de burgers en ondernemingen tot de instellingen van sociale zekerheid te bevorderen, te coördineren en te omkaderen. Deze fundamentele opdracht waarmee de Kruispuntbank belast is, omvat de volgende aspecten:

  • de instellingen van sociale zekerheid aanzetten om de burgers en ondernemingen elektronisch toegang te geven tot de inhoudelijke informatie die hen aanbelangt en hun elektronische transacties aanbieden waarmee zij rechtstreeks hun rechten en plichten kunnen laten gelden
  • een unieke portaalomgeving aanbieden die een uniek elektronisch toegangspunt vormt van waaruit de burgers en ondernemingen toegang krijgen tot alle inhoudelijke informatie en beschikbare transacties van de instellingen van sociale zekerheid; de informatie en de transacties moeten aangeboden worden volgens de logica van de burger of de onderneming en niet volgens de logica van de competentieverdeling tussen de verschillende instellingen van sociale zekerheid
  • op het unieke socialezekerheidsportaal de basisdiensten aanbieden die gemeenschappelijk zijn voor alle instellingen van sociale zekerheid en die de burger of de onderneming de mogelijkheid bieden om op gestandaardiseerde wijze elektronisch te communiceren met om het even welke instelling van sociale zekerheid, ongeacht de dienst die geleverd wordt: deze standaardisering heeft onder andere betrekking op de identificatiecontrole van de aanvrager, de veiligheid van de transacties, de logging van de transacties, de ontvangstmelding van de meegedeelde informatie en de "look and feel"-weergave van de informatie
  • de door het socialezekerheidsportaal aangeboden diensten integreren in het federale portaal 

Deze e-governmentopdracht van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid wordt praktisch toegepast via het portaal van de sociale zekerheid.